In een zelfonderzoek helpt het je dat je goed het verschil weet tussen:

  1. Gevoelens en gedachten
  2. Een behoefte en een strategie.

Wat is het verschil tussen een waarneming en een oordeel?

Een waarneming delen, betekent dat we zeggen wat we met onze zintuigen ervaren, namelijk: wat we zien, horen, aanraken, proeven. We proberen ons te limiteren tot wat er objectief, feitelijk gebeurt. Feiten vermengen met wat eigenlijk al onze mening of een interpretatie is, leidt makkelijk tot misverstanden. De andere persoon gaat dan namelijk sneller geneigd zijn zich te verdedigen of in de tegenaanval gaan.

Als we waarnemen en een duidelijke, feitelijke beschrijving geven van hetgeen waarop we willen reageren, vergemakkelijkt dit het creëren van een gemeenschappelijk speelveld voor het gesprek. We willen een gedeeld beeld maken van de essentie en praten over hetzelfde.

Wat is het verschil tussen gevoelens en gedachten?

Om duidelijk te communiceren is het belangrijk ons bewust te zijn van wat we voelen. Gevoelens zijn signalen die ons vragen aandacht te geven aan wat we nodig hebben. We voelen ons misschien rustig, blij of trots, wat ons uitnodigt om de behoeftes die we vervulden te vieren. Gevoelens die we als negatief bestempelen, zoals angst, kwaadheid, irritatie of verdriet zijn een signaal dat er bepaalde behoeftes in dat moment niet vervuld zijn.

In ‘verbindende communicatie’ maken we geen onderscheid tussen positieve en negatieve gevoelens. Alle gevoelens zijn gelijkwaardig en vertellen ons iets meer over een behoefte die onze aandacht vraagt. In die zin is de ander niet de oorzaak van wat we voelen. Gevoelens ontstaan vanuit mijn eigen behoefte op dat moment en vanuit wat ik denk over de situatie. Onze woordenschat over gevoelens vergroten draagt bij aan ons zelfbewustzijn. Luisteren naar onze gevoelens en deze kunnen benoemen vergroot de kans dat we ontdekken wat onze behoeftes zijn en zo kunnen duidelijk maken wat we nodig hebben

Het verschil tussen gedachten en gevoelens kan je best merken aan waar ze ontstaan.
Een gevoel is namelijk een lichamelijk sensatie, de gedachte is dat wat je brein als oorzaak van het gevoel aanduidt, die ontstaat dus in je hoofd.

Bijvoorbeeld: Mijn partner geeft mij een knuffel, ik voel de fysieke sensatie van kriebels in mijn buik en mijn schouders die ontspannen. Het  gevoel dat ik daarbij krijg  is Vredigheid. Ik voel mij Vredig. De gedachte is dat mijn partner mij graag ziet en beschermt.

Gedachten vermomd als gevoelens

Dikwijls zetten we in onze taal de woorden ‘ik voel’ voor onze gedachten. In het bovenstaande voorbeeld zou ik dus kunnen zeggen: Ik voel dat mijn partner mij graag ziet. Binnen Verbindende Communicatie proberen we dit te vermijden. We gebruiken ‘ik voel’ enkel voor ‘zuivere’ gevoelens.
Dit is voornamelijk belangrijk wanneer we het hebben over negatieve gedachten vermomd als gevoelens zoals gemanipuleerd, genegeerd, niet begrepen enz.
Wanneer we deze “gevoelens” formuleren, is onze aandacht eerder bij wat we ‘denken’ dat de andere met ons doet, dan bij wat we werkelijk voelen.
Zo zegt de zin: “Ik voel me genegeerd” de gedachte “jij negeert me”.

Waarom is dit belangrijk?

De emoties (boos, blij, verdrietig, verward, ongemakkelijk, enthousiast….) die je voelt zijn altijd waar, ze zijn wat je ervaart en dat is niet in vraag te stellen. Het is belangrijk om naar deze sensaties te luisteren en ze als raadgevers te zien. Ze signaleren iets wat aandacht en onderzoek vraagt.
Gedachten vermomd als gevoelens hoeven niet overeen te komen met wat er echt gebeurt. Het zijn interpretaties en zeggen iets over je omgeving in plaats van over jezelf. Men noemt dit ook ‘quasi-gevoelens’.

Wanneer we onze interpretaties als een vaststaand feit nemen is er geen ruimte meer tot verbinding, noch met ons zelf, noch met de ander.

Deze noemen we quasi-gevoelens:

Aangevallen
Afgewezen
Bedreigd
Beledigd
Gedwongen
Genegeerd
Gepest
Gestoord
Geterroriseerd
Klein gemaakt
Au Serieux genomen
Niet begrepen
Niet gehoord
Gerespecteerd
Misbruikt
Slecht behandeld
Uitgedaagd
Verlaten
Verraden  
Gemanipuleerd

Wat kun je hier mee doen?

Stel, je voelt je aangevallen!

Onderzoek: word je echt aangevallen of denk je dat je aangevallen wordt? Voor jou lijkt dit een waarheid maar word je echt aangevallen of is dit je interpretatie van wat er gebeurt?

Hoe kom je erachter?  Vraag jezelf af wat de ander precies doet: wat neem je waar? Wat is het verschil tussen je pure waarneming en de interpretatie/oordeel die je eraan geeft? Vervolgens geef je feedback en probeer je erachter te komen wat er werkelijk bedoeld werd. M.a.w. klopt je interpretatie of werd er iets heel anders bedoeld?

Feedback werken we uit in de volgende module.

Wat is het verschil tussen een behoefte en een strategie?

Behoefte

Een behoefte is de innerlijke motivatie die ons tot handelen dwingt.
Behoeftes kunnen bewust en onbewust aanwezig zijn. Ze zijn universeel en herkenbaar voor iedereen. In een werkomgeving zijn deze vaak: efficiëntie, duidelijkheid, ruimte, minder stress, helderheid, veiligheid, verantwoordelijkheid, …

Door zowel aan onze eigen behoeftes als aan de behoeftes van de ander aandacht te schenken begrijpen we elkaar makkelijker. We focussen ons op waar het echt om gaat. Zo creëer je samen een speelveld om creatieve oplossingen te vinden.
Er kan nooit een conflict zijn op het niveau van de behoeftes, enkel onze strategieën kunnen haaks op elkaar staan.

Strategie

Een strategie is de manier waarop we onze behoefte proberen te vervullen. Een strategie is concreet gebonden aan een situatie, een behoefte is algemeen. Wanneer je vasthoudt aan ‘nu’ en ‘op deze manier’ dan gaat het over je strategie.
Conflict ontstaat wanneer we niet meer in contact staan met de behoefte en vasthouden aan de strategie.

Enkele voorbeelden:

Als leidinggevende is het belangrijk om helder het probleem, het doel, en de criteria aan je medewerkers door te geven. Deze dienen te vertrekken van of verbonden te zijn met noden (behoeften) van jezelf en de organisatie. Zij krijgen zo de vrijheid om creatief naar oplossingen (strategieën) te zoeken.