2.4 Wat zijn jouw sterktes en zwaktes t.o.v. deze 6 factoren?

Factor 1: Informatie

• Wordt informatie gebruikt om macht te houden of verkrijgen?
• Of heeft iedereen toegang tot alle relevante informatie? En hoeft er niet gegist te worden; of gebedeld om informatie?
• Maar het allerbelangrijkste: Ben jij in staat om informatie te geven over het WAAROM van dingen die je wil en vraagt?
• Kun je je medewerkers duidelijk maken waarom zij zich voor jou en jouw doelen zouden moeten engageren? Want als jij dat niet weet, waarom zouden zij zicht dan voor je inzetten? 

Factor 2: Betekenis – zingeving

• Kun je van elke taak aangeven wat de waarde ervan is? Wat is de zinvolheid ervan?
• Hoe draagt deze taak bij tot het gemeenschappelijk doel?
• Kan je medewerkers uitleggen WAAROM zij zich voor de taak moeten inzetten?

De WC-poetsploeg van de NASA doet haar taak minutieus en met veel plezier omdat ze zich heel erg bewust zijn hoe belangrijk het is dat er geen verkeerde bacteriën mee de ruimte ingaan. Zo kan ook een ‘vervelend’ klusje met veel plezier uitgevoerd worden. De basis? “Ik draag iets bij, wat ik doe is belangrijk en ik word daarvoor gewaardeerd”.

Factor 3: Nodig zijn, werkwijze en autonomie

• Sluiten de resultaatsverwachtingen aan op het vermogen en talent van je medewerkers: Is de taak uitdagend én bereikbaar?
• Op welke manier worden medewerkers aangesproken tot inzetten van hun competenties en talent?
• Kunnen ze zelf bepalen hoe de doelen bereikt zullen worden? Is het werk voldoende uitdagend?
• Kunnen medewerkers zelfstandig de juiste beslissing nemen?

Factor 4: Ondersteuning

• Ben je bereikbaar wanneer je medewerkers ondersteuning nodig hebben?
• Geven we onze mensen wat ze nodig hebben om ‘expert’ te zijn op hun eigen niveau van kunnen? Kan iedereen in zijn kracht staan en voldoening ervaren van zijn bijdrage aan het groter geheel?
• Wat zouden je medewerkers antwoorden wanneer je hen zou vragen: op welke manier worden jullie ondersteund? Wat is meer, anders of minder nodig?

Factor 5: Waardering

“Focussen op wat goed loopt en aanmoediging brengt enthousiasme in het werk”.

• Wat is de sfeer in je team/afdeling?
• Op welke manier wordt er waardering gegeven en aangemoedigd?

Factor 6: Resultaat

• Op welke manier zijn resultaten en voortgang zichtbaar?
• Wordt dit top-down (‘de baas vertelt’) of bottom-up (de medewerker legt uit) gepresenteerd? Wat is het effect van de beide vormen van resultaatpresentatie?
• Wat gebeurt er als het resultaat boven verwachting is?
• En wat als het resultaat achterblijft?